Aan de bak voor de gedroomde Binnenstad (juni 2019, samen met Onno Reichwein)
Stel je het voor: in 2040 is de Binnenstad kijkstad geworden. Alle particuliere auto’s, inclusief de nieuwe heilige koe de elektrische auto, zijn uit het straatbeeld verdwenen. Niet op de grachten, niet op de pleinen, nergens staan of rijden ze meer. Fietsers gaan zoveel mogelijk om het centrum heen. Alles staat in het teken van de bezoeker, de toerist. Meer restaurants, meer terrassen. Leegstaande winkels zijn veranderd in eethuisjes.
Willen we zo’n Binnenstad in 2040? Moet het die kant op? Of kiezen we voor iets anders, bijvoorbeeld: feeststad. Meer kroegen, meer evenementen, meer vertier tot diep in de nacht. Na het indrinken de stad in.
Een derde mogelijkheid: de woonfunctie centraal, ook voor mensen die het niet zo breed hebben en ook voor ouderen. Alles draait om leefbaarheid. Buiten het kerngebied (winkels en uitgaan) is het in de Binnenstad rustig wonen.
Kijkstad, feeststad, woonstad of nog iets anders? Verzin maar: stad van de wetenschap, winkelstad, studentenstad, museumstad of klimaatstad vol zonnepanelen, volkstuintjes, groene daken en hier en daar zelfs een piepklein windmolentje?
Hebben we eigenlijk wat te willen, of maken krachten waarop wij geen invloed hebben de dienst uit?
Er heerst nogal wat cynisme over de werkelijke bereidheid van het gemeentebestuur om bewoners te betrekken bij belangrijke keuzes. De ‘stadsgesprekken’ van de laatste tijd deden het vertrouwen geen goed. Ze hadden een hoog fröbelgehalte: gele stikkers plakken op grote vellen papier. Met het bange vermoeden dat alles de volgende dag in de versnipperaar ging.
Serieuze participatie?
We zijn nu uitgenodigd om mee te praten en te denken over de omgevingsvisie Binnenstad, die aangeeft waar we in 2040 moeten staan inclusief een agenda om het doel te bereiken. Een omgevingsplan waarin alle regelgeving staat moet helpen om wat we willen daadwerkelijk te realiseren.
Is er dit keer sprake van serieuze participatie?
Het zou wel eens kunnen.
De gemeente huurt Frans Werter (Buro De Steeg, Hekelsteeg 11), man met veel ervaring als trait ‘d union tussen overheid en anderen, in als procesmanager. Hij heeft vier ton in kas om de zaak te laten draaien.
Woensdag 22 mei was in Museum Speelklok de aftrap. Op uitnodiging van wethouder Anke Klein kwamen 200 belanghebbenden uit Binnenstad – bewoners, ondernemers, ambtenaren en vertegenwoordigers van allerlei organisaties – samen om te praten over de waarde en de identiteit van de Binnenstad.
Archivaris Kaj van Vliet vertelde hoe vanaf de vroege Middeleeuwen tot heden het eigen karakter van de Binnenstad is gevormd. Daan Zandbelt, rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, legde uit wat de landelijke visie op 2040 is.
Vervolgens splitsten aanwezigen zich rondom actuele thema’s (wonen- werken -leren, bezoeken – verblijven, zorg, cultuur- erfgoedbehoud en milieubeheer etc.) om de vragen aan te scherpen voor de groepen die de komende twaalf maanden regelmatig bijeen komen. Een procesgroep coördineert en ondersteunt de groepen.
Wat gaat er schuren?
Frans Werter: ‘Pijnpunten legio: horecaoverlast, toerisme versus wonen, mobiliteit etc. Wat ik hoop: niet wegpolderen, niet grijs maken, niet wegpoetsen, maar helder maken waar we voor staan’.
Er spelen urgente zaken, zoals overlast horeca en veiligheid, waarvan mensen nu een oplossing willen. Het lijkt er nu op dat ze doorgeschoven worden naar de
omgevingsvisie. ‘
Bestaand beleid blijft bestaand beleid, maar we hopen niet dat er bijvoorbeeld met betrekking tot de locaties voor evenementen nu onomkeerbare beslissingen worden genomen, waardoor de visie op 2040 bij voorbaat ingehaald wordt door ad hoc ontwikkelingen. Giet de zaken niet in beton, maar leg ze voor een beperkt aantal jaren vast, zodat dingen nog kunnen ingepast worden in de omgevingsvisie.’
Wat hoopt u dat de exercitie oplevert?
‘Ik hoop dat er iets bijzonders uitkomt. Een soort eenduidige richting. Het lijkt me van belang dat er duidelijke keuzes gemaakt worden. En bovendien hoop ik dat het een bruikbare visie wordt. Geen luchtfietserij. Ik ben een optimist ‘.
—