Bankje
Bankje
Tegenwoordig vindt vrijwel iedereen het, maar destijds was burgemeester Vonhoff zo ongeveer de enige die hardop zei dat er in de stad veel meer huizen moesten komen voor mensen met een dikke portemonnee.
Ik was dat absoluut niet met hem eens. Vooral bouwen voor de groepen die het meeste last hebben van de woningnood, zo dacht ik er over. Dus ik naar hem toe, samen met mijn collega Pieter van de Vliet.
Vonhoff stond er op dat wij met ons drieën gingen zitten op een ongemakkelijk bankje, daterend uit een tijd dat de mensen veel kleiner waren dan nu. Hij had zichzelf in het midden gedacht. Het was een zeer bizarre ‘setting’ voor een interview, en daarbij kwam nog dat wij nogal werden afgeleid door de vraag of de burgemeester met zijn omvangrijke postuur niet op een gegeven moment van de smalle zitting zou afglijden. Maar onze bezorgdheid (noem het maar zo) was onnodig.
Vonhoff kende zijn bankje. Hij had het waarschijnlijk uren kunnen volhouden.