Cardioversies
2013
Cardioversies
Ondanks een dagelijks handje pillen raakt m’n hart zo nu en dan van slag. Van het ene moment op het andere ben ik dan ziek, zwak en misselijk. Een paar dagen kijk ik het aan. Als het goede ritme niet spon- taan terugkeert (wat haast nooit gebeurt, maar je blijft hopen), dan moet het met geweld, met een elektrische schok. Met bus (tot het station) en sneltram ga ik dan ’s morgens nuchter naar ziekenhuis Oudenrijn. Zenuwachtig word ik er – na zeker 25 keer – niet meer van. Het ritueel is vertrouwd: het medeleven van de dames van de receptie [‘Is het al weer mis? Wat een pech!’), de grapjes van de cardioloog (‘U kunt het al bijna zelf ’), de sensatie van het onder narcose raken, de cardioversie (waarvan ik dus niets merk), de latte macchiato waarop ik mezelf na afloop in het ziekenhuisrestaurant trakteer.
Dit jaar moet ik op een andere manier naar Oudenrijn, want de sneltram verdwijnt uit de Binnenstad. Om hem op te pikken moet ik straks honderden meters lopen door de stationstraverse. Daar zie ik tegenop. Dat wordt de taxi, vrees ik.