Dokters
Het is een paardenmiddel, maar het werkt. Toen een paar raadsleden destijds wat moeilijk deden over de forse uitbreiding van het Wilhelmina- kinderziekenhuis werd een arts ten tonele gevoerd. Hij vertelde dat kinderen sneller beter worden als ze vaak hun ouders kunnen zien en dat de Nieuwegracht een plek is die van alle kanten van de stad goed bereikbaar is. Het ziekenhuis zou daar dus moeten groeien.
De kritiek verstomde onmiddellijk, want in ons waarderingssysteem is het bijna ongepast om ruimtelijke ordeningsbezwaren af te wegen tegen belangen van de volksgezondheid.
Een poosje later, bij de nieuwbouw van het W. A. Huis, ging het weer op dezelfde manier. Toegegeven, het was wel een erg forse ingreep in de structuur van de stad, maar voor de patiënten zou het zo goed zijn als ze midden van de stad zitten.
We zijn nu jaren verder, maar nog steeds gaan de aanslagen op het zuidelijk deel van de binnenstad door, en nog altijd zijn er dokters om de plannen te verdedigen. En net als destijds blijken bewoners bereid zichzelf weg te cijferen als die artsen zeggen dat er geen betere behandelplek in heel Utrecht is.
Hoe vaak werd het vorige week, op de discussieavond over de bestemming Lange Nieuwstraat 20, niet gezegd: ‘Als die drugsgebruikers er nu behandeld werden dan zou het voor ons heel anders liggen. Maar het wordt gewoon een sociëteit.’
(De sociëteit is er niet gekomen.)