Elk stukje een worsteling (jan 2017)
Zijn ‘kleine stukje’ op de achterpagina kost Harrie Thewessem (60) nogal wat tijd. Om preciezer te zijn: uren per dag, en dat soms veertien dagen lang. Schrijven valt niet mee, maar dit is ongewoon.
Eind januari 2013 werd Harrie ziek. Een zware griep, dachten zijn vrouw Christine en hij. Op de derde dag bracht Christine, voordat ze naar haar werk ging, hem thee op bed. Toen ze aan het eind van de middag terugkwam was de thee onaangeroerd, en lag Harrie nog in dezelfde houding. Een virus had in een paar uur een gat gegeten in zijn linker hersenhelft. De Harrie van voor 24 januari, de bedrijfsadviseur met een florerende eigen zaak, bestond niet meer. Van zijn korte termijn-geheugen bijvoorbeeld is vrijwel niets meer over. Bij het lezen of schrijven van de tweede zin van een tekst weet hij niet meer wat er in de eerste stond.
Twee jaar geleden zag hij in de deze krant een oproep om nieuwe redacteuren.: ‘Wij hebben je nodig’ , stond er. Met veel moeite ontcijferde hij de tekst. Thewessem: ‘Ik voelde me aangemoedigd. Er werd niets gevraagd over schrijfkwaliteiten. Met m’n nieuwe hersens wilde ik mijn nieuwe leven ontdekken. Maar ik dacht: als ik meteen zeg wie ik ben dan denken ze: wat moeten we daarmee? Een enorme puzzel vond ik het.’ Hij besloot een sollicitatiebrief te schrijven, met daarin een voorbeeld van zijn kunnen: een observatie uit zijn raam van een optocht aan de overkant van de singel.
De brief arriveerde een maand na de oproep op de redactie. Al die tijd had hij er aan gewerkt.
(tussenkop)Rode kolom
Als iemand denkt dat hij een bijdrage kan leveren aan de deze krant, dan is hij welkom. Dat is onze houding. Wij selecteren niet bij de ingang, maar we stellen wel eisen aan de artikelen en de foto’s die we publiceren. We willen nu eenmaal kwaliteit leveren.
Elk nummer van de krant heeft een thema, en Harrie stelde voor dat hij zou proberen stukjes te schrijven die daarop betrekking hebben. Ruim op tijd leverde hij z’n eerste in en dat was zo aardig en apart dat we afspraken het op een bijzondere plek zetten: in de rode kolom op de achterpagina, onder het gedicht van Oeke Kruythof. Sindsdien staan ze daar.
Harrie bezoekt trouw de redactievergaderingen. Hij doet dat vooral om de sfeer te proeven en de mensen te zien, want de discussies kan hij niet volgen. Bijna elke keer zegt hij na afloop dat hij zo blij is dat hij kan meedoen met de krant. Het helpt hem enorm zijn weg te vinden in zijn nieuwe leven. Op de redactievergaderingen wordt altijd nagepraat over de laatstverschenen krant. Laatst zei iemand dat het beste stukje uit die krant dat van Harrie was. Wat een opsteker.