Ga de snelweg op

In de goeie oude tijd mocht ik voor de krant zo nu en dan naar een rampgebied waar hongersnood heerste of de natuur vernietigend had uitgepakt. Zo’n expeditie bracht me ooit in een tentenkamp van de Touaregs, het nomadenvolk van de Sahara. De mannen zagen er met hun zwaarden vervaarlijk uit, maar ontvingen me vriendelijk. Ik kreeg zeer zoete thee, ingeschonken door bedienden die veel lichter van kleur waren dan de gastheren. Slaven, zo hoorde ik later. Daar keek ik van op: dat er überhaupt nog slavernij was en dat donkere mensen hun lichtere broeders als slaven hielden. Laatst las ik dat er vooral in Mauretaniië nog duizenden slaven zijn.
Enorm veel zwarte mensen, onder wie vermoedelijk heel wat nakomelingen van slaven, figureren vooral sinds Black Lives Matter in reclamefilmpjes op de tv. Er komt vrijwel geen boodschap voorbij of er zitten donkere mensen in. Ze zijn allemaal goedgemutst en goedgekleed. Je krijgt niet het idee dat ze erg onder het slavernijverleden lijden. En doen ze dat wèl, dan kunnen ze mij toch geen schuldgevoel aanpraten. De helden van mijn jonge jaren waren allemaal zwart: Monk, Mingus, Gillespie, Parker, Holiday. Mijn overgrootvader kwam als marskramer uit Duitsland (dat toen geen kolonies had) en streek neer in Zwolle. Daar begon een textielwinkel waarmee hij schatje rijk werd. Helaas is in de generaties daarna het hele fortuin verdampt. Mijn broer en erfden uitsluitend wat huisraad en een belastingschuld.
Laatst, in de auto op weg van Utrecht naar Emmeloord, bedacht ik dat televisiekijkers van buiten Amsterdam en Rotterdam weinig snappen van het beeld dat de reclamemakers geven van de samenstelling van de Nederlandse bevolking. Zoveel zwarte mensen zijn er niet in hun omgeving. Als je rondloopt in Breda, Enschede of Uithuizermeden kom je ze vrij weinig tegen. Op straat zie je vooral Hollandse kaaskoppen, plus mensen van Turkse of Marokkaanse komaf.
Wat mij opviel tijdens die autorit was dat de laatste tijd zo druk is bij de gele oplaadbogen van Fastned. Vroeger zag je daar haast nooit een auto. Tegenwoordig staan er soms wel drie of vier. Ik kijk er afgunstig naar, vanuit mijn oude benzineslurper. De winnaars van deze wereld rijden in gesubsidieerde auto’s, betalen geen wegenbelasting, laden goedkope energie en maken nog een goede beurt ook omdat ze zouden bijdragen aan een beter milieu.
Mijn humeur gelukkig wordt wat beter als ik denk aan cabaretier Jan- Jaap van der Wal die een elektrische auto kocht waarmee hij heen en weer rijdt naar België. Daar presenteert hij op Canvas het satirische programma De Ideale Wereld. Hij zit nooit ontspannen achter het stuur. De hele weg houdt hij zich bezig met de verontrustende vraag: ‘Haal ik het wel?’
Ook een opkikker is het avontuur van een gezin dat in een volbepakte elektrische auto met kampeervakantie ging. In plaats van de beloofde actieradius van ruim driehonderd kilometer was de accu door de zware belasting halverwege al leeg.
Dit soort verhalen verzoent mij weer helemaal met mijn auto, die voor de volle honderd procent bij mij past: we zijn allebei solide middenklassers, tenminste als ik het inkomen van mijn vrouw meereken, zoals ook in de statistieken gebeurt. Daarin spreken ze over huishoudens. Ik gebruik ‘middenklasse’ nu even in de betekenis die Klaas Dijkhof,. schrijver van het verkiezingsprogramma van de VVD., er aan geeft. Hij verstaat er een categorie van de bevolking onder met een bepaald inkomen. Naar mijn idee heeft klasse niet zoveel te maken met geld, maar vooral met ontwikkeling, smaak, afkomst en omgangsvormen.
Ik denk dat Dijkhof het niet erg vindt als we de miljoenen die hij op het oog heeft de middengroepen noemen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn dat de huishoudens met een bruto maandinkomen tussen de 2950 en 5652 euro.
Veel politieke partijen, waaronder de VVD, komen na de verkiezingen vooral in actie voor die middengroepen, ‘die het cement van de natie vormen en die in toenemende mate onder druk zijn komen te staan.’ Bovenaan staat: huizen bouwen die zij kunnen betalen.
Dat is mooi, maar ik zou toch een goed woordje willen doen voor de lagere inkomensgroepen die aangewezen zijn op de stagnerende sociale woningbouw. Veel mensen moeten jaren wachten op een huis. Een van de oorzaken van die stagnatie is de jaarlijkse boete van twee miljard euro, die de gezamenlijke corporaties moeten betalen voor het wangedrag van enkelen (speculatie, krankzinnig dure opknapbeurt van de ss Rotterdam, enz.). De verhuurdersheffing is pure diefstal of in elk geval oplichting, net zoals de belasting over de 4 procent rente die je zou krijgen op je spaargeld. (In werkelijkheid is de rente 0 of 0,1 procent)
Schaf de verhuurdersheffing direct af. Mitros, Bo-ex , SSH en Portaal moeten in Utrecht weer bouwen, bouwen en nog eens bouwen. Of, om de tomtomtaal van Mark Rutte te gebruiken: ze moeten de snelweg op.
Maar hou ze in de gaten dat ze intussen geen huizen verpatsen of onnodig slopen. Heiligen zijn het niet.