Helemaal goed
‘Helemaal goed’, zegt de serveerster als ik om cappuccino vraag. ‘Helemaal goed’, pak van m’n hart. Gelukkig niks verkeerds gezegd.
Niet alleen in Utrecht, maar ook in verre uithoeken van het land, zoals in Terneuzen en Venlo, hoor ik als ik iets bestel dat het helemaal goed is.
Kon je dat ook maar van de cappuccino zeggen. In Utrecht weet ik m’n adresjes. Maar met dat ene café dat op een maandagmorgen open was viel in Delfzijl niets te kiezen.
‘Helemaal goed’. Volgens mij hoorde je dat dertig jaar geleden nergens. Net zo min als ‘fijne avond’, of ‘nog een fijne dag’ of (soms op donderdag al) ‘fijn weekend’.
Mijn helaas overleden vriend Bernard Martens van Vliet had de gewoonte om met een lichte hoon in zijn stem het na te zeggen : ‘Ja, fijne dag.’
Het komt – denk ik – uit het Engels, van ‘have a nice day’ en van ‘very good’.
Ik weet niet of ze het op eigen houtje deden, of dat het onderling afgesproken was, maar vanaf een zeker moment wensten de presentatoren van het journaal – uitgezonderd een hele tijd Rob Trip – ons fijne avonden. En als zij zoiets doen is het hek van de dam. Dan zegt het hele land het na.
Misschien had de NPO-leiding het wel voorgeschreven. Zoals er ook een oekaze kwam om – als het om huidskleur gaat – niet langer blank te gebruiken, maar wit, en om niet meer te spreken over slaven, maar over tot slaaf gemaakten (mijn spellingscontrole kent het woord ‘gemaakten’ niet). In politieke correctheid loopt de NPO voorop, op de hielen gezeten door dagblad Trouw, met bij die krant columnist Sylvain Ephimenco als dissident.
De woordpolitie let op ons. Zeg of schrijf je iets verkeerd dan ben al gauw extreem rechts, fascist of racist.
Ik heb geen behoefte om te deugen. Slaaf, blank, knecht (van Sinterklaas).