Ik zag heel veel xxxxxxxxx (door Louis Engelman)
Ik kan de opluchting van toen nu nog voelen. Hij schreef dus helemaal niet zo ge- makkelijk als het leek. Ook voor hem was het worstelen met woorden. En telkens opnieuw beginnen. Daar putte ik hoop uit. Misschien zou ik ooit ook zo invoelend en helder kunnen schrijven.
Eind jaren zestig was ik op de redactie van het Utrechtsch Nieuwsblad aangeno- men om me te bekwamen in de vormgeving van de krant. Best leuk, maar niet wat ik eigenlijk wilde. Dat was schrijven, als een echte journalist. Dus begon ik maar in mijn vrij tijd – de weekenden – sportstukjes te tikken. Van voetbalwedstrijden in de regio, zoals Cothen tegen Bunnik. Die verslagen legde ik aan ervaren collega’s voor ter controle. En dat was maar goed ook, want ze had- den er veel op aan te merken. Niettemin stimuleerden ze me om door te gaan.
In de zaterdagkrant las ik intussen met onverholen bewondering de grote verhalen van de gerenommeerde redactieleden. Zulke reportages te mogen schrijven en interviews te doen, dat wilde ik ook wel. Maar zou ik het niveau van bijvoorbeeld Dick Franssen ooit kunnen halen? Ik veronderstelde van niet.
Tot die ene dag. Onopzettelijk liep ik op de redactie achter Dick langs, die gebogen over zijn typemachine geconcentreerd zat te tikken. Ik wierp een blik op zijn kopij. En ik verstarde. Wat ik zag deed mij huiveren, van vreugde! Want op het papier was geen tekst te lezen die ononderbroken doorging, die als een ‘schoon’ verhaal uit zijn denkbeeldige pen was gevloeid, die uiting gaf aan een grandioze creatieve geest.
Nee! Ik zag heel veel xxxxxxx, met balpenhaakjes van het ene naar het volgende zinsdeel. Van de gebruikelijk veertig regels per vel waren er niet meer dan vijftien blijven staan. Voor mijn ogen ontrolde zich een worsteling van ongekende propor- ties.
Ik weet dat ik bijna dansend verder liep. Ik was dus niet de enige die schrijven een worsteling vond. Er was nog hoop voor mijn toekomst als journalist. Wat was ik Dick dankbaar. Zo kon het dus ook. Vanaf die dag was hij mijn grote voorbeeld. En eerlijk gezegd nog steeds. Niet alleen vanwege die motiverende ervaring van toen, maar ook door wat hij daarna heeft gedaan. Dick is blijven schrijven. Ook na zijn pensionering. Heldere stukken waarin hij de liefde voor zijn stad zichtbaar maakte. Tot nu toe, zelfs nu hij al 83 jaar is. Wat een voorbeeld!
Dick treedt terug als hoofdredacteur van de Binnenstadskrant. Dat begrijp ik. Maar ik hoop van harte dat hij door blijft gaan met het schrijven van stukjes. Hoeveel worsteling hem dat misschien ook kost. •
Louis Engelman