Middenhuur-illusies

W.A.H.W.M. Janssen had meer kinderen dan voorletters. Het leek wel een Syrisch vluchtelingengezin. Maar ze woonden beter: in een mooi groot hoekhuis in de Lessinglaan vlakbij de Spinozabrug.

Janssen was directeur van de gemeentelijke Bouw- en woningdienst, een machtige organisatie die duizenden sociale woningen verhuurde en er ook nog eens kolossale hoeveelheden bijbouwde. Het was de periode dat de gemeente het heft in de volkshuisvesting in handen had.

Misschien kon je Janssen beter niet als baas hebben. Hij was een autonome, flamboyante, dwingende, wat chaotische man, overlopend van energie en ideeën. Voor mij als journalist was hij goud. Als je wilde weten hoe het er voorstond in de Utrechtse woningbouw, dan gaf hij eerst uitleg in zijn kantoor in de Domstraat, om zijn verhaal daarna tijdens een rit in zijn enorme Amerikaanse slee aanschouwelijk te maken met een bezoek aan allerlei bouwplaatsen. Het hele programma duurde makkelijk vier uur.

Janssen is wijlen. De Bouw- en woningdienst ook. Het bezit is overgedragen aan Mitros (nu Woonin). De gemeente bouwt als uitvloeisel van de privatisering zelf geen enkel huis meer. Hoe zich dat wreekt lees je in het pas verschenen rapport ‘Middenhuur, meer grip op groei’ van de Rekenkamer Utrecht.

Kern van het rapport is dat de gemeente te weinig invloed heeft op de oplossing van de woningnood, absoluut het grootste probleem waarmee de stad kampt. Ze is sterk afhankelijk van de luimen van projectontwikkelaars en woningbouwcorporaties. Ze kan dan wel zeggen dat er in korte tijd 55.000 huizen moeten bijkomen, maar of dat gaat lukken heeft ze – nog los van de stikstof-ellende –   niet in de hand.

In de optiek van de gemeente is middenhuur de sleutel tot de oplossing van het probleem. Citaat:  ‘Het segment is de smeerolie tussen huur en koop. Het is fundamenteel om de stad gemengd te houden’.

Bij dat segment gaat het om woningen met een huur van tussen de 809 en1126 euro, exclusief servicekosten. Het idee is dat bij genoeg middenhuur er grote verhuisbewegingen op gang komen van scheefwoners (mensen met een te hoog inkomen voor een sociale woning) en van ouderen die grote huizen bezet houden.

Maar ja, projectontwikkelaars bouwen liever voor de vrije sector, waarin meer te verdienen valt, en dus wil het met middenhuur niet vlotten. In 2015 al stelde het college van b. en w ‘aanvullende maatregelen’ voor. Woningcorporaties kregen het voorstel om bestaande sociale woningen te ‘liberaliseren’, dat wil zeggen om de huren bij leegkomen op te trekken tot niveau middenhuur. 

De corporaties gaven er hun eigen invulling aan. Ze verkochten hele blokken nog niet zo oude, maar uitgewoonde sociale woningen aan buitenlandse investeerders. Die wisten er wel raad mee: een opknapbeurtje en vervolgens een huur die er niet om liegt. 

De gemeenteraad vindt nu dat de corporaties geen enkel huis meer zouden mogen verkopen. Maar voorlopig kan het nog, alleen is de periode waarin een huis in afwachting van de verkoop leeg mag staan teruggebracht van twaalf maanden tot vier maanden. Nog steeds belachelijk lang, als je weet dat de gemiddelde verkooptijd van een huis in Utrecht op het ogenblik veertien dagen is.

Blijft de vraag: is middenhuur echt de oplossing? Bij Woonin moet je om in aanmerking te komen voor zo’n woning een jaarinkomen hebben van tenminste ruim 40.000 euro. De gemiddelde lonen van een buschauffeur en een politie-agent zijn respectievelijk 2336 en 2495 netto per maand. Ver onder die minimumgrens dus, maar bovendien: zo’n huur is voor die groepen volstrekt onhaalbaar. 

Een  verpleegkundige met een flink aantal dienstjaren verdient ongeveer duizend euro bruto meer. Twijfelgeval. Van alle werkenden in Nederland van tussen de 25 en de 35 jaar is het gemiddelde maandinkomen 2516 euro, van alleenstaande 65plussers bruto 2370 euro. Utrecht ligt ongetwijfeld boven het landelijk gemiddelde, maar maak je niet te veel illusies.

Voor tweeverdieners ligt het natuurlijk anders, maar veel mensen zijn alleenstaand of worden het weer na echtscheiding of dood van hun partner. In de binnenstad is verreweg het grootste deel van de bewoners alleenstaand. Ook in andere delen van  de stad is het percentage hoog.

Dus: om de stad echt gemengd te houden moet je zeker middenhuur bouwen, maar heb je vooral meer sociale woningen nodig.

Bijschrift foto: Sociale woningbouw in de binnenstad