Nachtjesmensen gezocht
Evora is in 2027 culturele hoofdstad van Europa.
‘Welke stad?’
Evora, in Portugal. De binnenstad staat op de werelderfgoedlijst. We hebben er zelfs een nachtje geslapen… zo veel is er te zien.
Dat wil Utrecht Marketing (UM) ook zo graag, dat die kleine drie miljoen jaarlijkse dagjesmensen nu eindelijk eens inzien dat één dag niet genoeg is.
Daarom stond UM ook op de Vakantiebeurs. Ga hier in een hotel. Je kunt in Utrecht met z’n tweeën al overnachten voor 78 euro, weliswaar op een slaapzaal (in hotel Bunk, op de Catharijnekade, in de voormalige gereformeerde kerk). Wil je meer privacy dan zit je tussen 100 en 150 euro. Nog meer luxe kan natuurlijk ook.
In Evora hadden we in een kamer met alles er op en er aan, voor 35 euro, met limonade en koekjes als ontbijt. Maar in Portugal is nu eenmaal bijna alles goedkoper. Dat moet ook wel, want de mensen verdienen veel minder (en de sociale voorzieningen zijn beperkt; daarom komen er, zo hoor je, ook weinig vluchtelingen, al is Marokko dichtbij.)
Keus genoeg in Utrecht. Dat was tien jaar geleden wel anders. Toen kon je hier geen grote meerdaagse congressen houden omdat je de deelnemers niet onderdak kreeg. Het was vreemd: een behoorlijk grote stad met maar een handjevol hotels. Dat kwam voor een deel omdat bij de sloop van de Stationswijk er hotels waren verdwenen en er weinig voor in de plaats was gekomen.
Werk aan de winkel dus voor de wethouder van economische zaken Klaas Verschuure (tot 2022) en zijn onverschrokken, aan de weg timmerende beleidsadviseur Emile Fonville.
‘A room with a view’, (de titel was ‘geleend’ van E.M. Forster’s roman) heette de gemeentelijke nota met de ambitie om tot 2020 het aantal hotelkamers te laten groeien tot 2400. Dat betekende duizend extra.
Of het nu in de lucht zat, of aan de inspanningen van de gemeente lag, of aan de nota, maar vrijwel ineens gonsde het van de initiatieven: boetiekhotelletjes in bestaande panden, nieuwbouw… zoveel kamers dreigden er bij te komen dat de directeur van Karel V waarschuwde dat het misschien veel te veel werd. En inderdaad: in plaats van duizend kwamen er 1800. En net toen zo’n beetje alles klaar was, kreeg je – in januari 2020 – corona.
Alle hotels overleefden het, weliswaar soms ternauwernood, en vanaf de zomer van 2022 kregen de kamermeisjes al meer werk. Cijfers over 2023 zijn er nog niet, maar een bezettingsgraad van zeventig procent in de periode van maart tot november zal wel zijn gehaald.
De winter is in de hotelbranche altijd een slappe periode. Maar ook in die maanden komen er in Utrecht hordes dagjesmensen. En als die nu eens ook nachtjesmensen worden…..
Het wil nog niet erg lukken.
Voor ons in Evora lag het ietsje anders. We moesten er wel overnachten, want terug naar ons appartementje in de Algarve was – met al die rotondes – zeker drie uur rijden.
Dat is het mooie van Utrecht, dat het zo centraal ligt. Je hoeft helemaal niet in een hotel; je bent zo weer thuis. Lekker je eigen bed. En als nog niet uitgekeken of uitgewinkeld bent ga je de volgende dag terug, of een ander keertje natuurlijk.