‘Op de Nieuwegracht stoort niets mijn gedachten’

’(september 2018, themanummer De literaire Binnenstad)

De beroemdste schrijver van Utrecht is zonder

twijfel Arthur Japin. Sommige van zijn boeken

verschenen in meer dan twintig talen. Zijn

eerste historische roman, ‘De zwarte met het

witte hart’, was meteen een beststeller. Japin:

‘Ik had het manuscript naar de uitgever gestuurd

en las het daarna nog eens door. ‘Wat

een verschrikkelijke onzin is het eigenlijk’,

dacht ik. ‘De uitgever zag het anders: ‘Het kan

wel eens een succes worden’, voorspelde hij.

Ik vind het een wonder dat ik zoveel mensen

bereik en dat de lezers zo trouw zijn’.

Japin (61) woont in de Binnenstad met zijn partners

Ben en Lex. Een ménage à trois in een groot huis

uit de zeventiende eeuw, dat hij in 2000 kocht..

Zijn adres heeft hij liever niet in de krant. Hij vond

het vervelend dat een ‘stadswandeling’ telkens halt

hield bij hem voor de deur. Op zijn verzoek is dat

gestopt.

Zijn straat telde achttien jaar geleden ongeveer

twintig bewoners. Nu zijn het er door splitsing

van woningen ongeveer honderd, en het worden

er nog meer. Japin: ‘Ons huis is erg naar binnen

gericht, en daarom hebben we weinig last van de

drukte. Maar prettig vind ik het niet. Ik hou van

rust.’

Buitenstaander

Japin is geboren in Haarlem. In zijn jeugd logeerde

hij veel bij zijn oma in het Wilhelminapark. ‘De

stad stopte bij het Rietveldhuis. Nog in 2000 fietste

ik tussen de velden door naar Vleuten. Nu is het

één grote huizenzee. Beangstigend, maar het zal

mijn tijd wel duren.’

 ‘Ik ben wel heel blij dat ik ouder word. Ik vind het

heerlijk dat het leven op een gegeven moment

ophoudt, dat er een einde komt aan m’n zorgen

om alles en iedereen. Ik zou voor geen geld meer

jong willen zijn.’

‘Het fijne van mijn eigenaardige bestaan – als

buitenstaander – is dat wij ons eigen leven kunnen

verzinnen. We doen alles samen, zijn veel in ons

tweede huis in Frankrijk. We reizen vaak en ver.’

Ook al wordt het steeds drukker, Utrecht blijft voor

Japin een heerlijke stad. ‘Dat heeft te maken met

schoonheid. Er zijn plekken waar de lelijkheid nog

niet is doorgedrongen, of waar je die kunt mijden.

Je kunt hier nog in je eigen hoofd leven, en in je

dromen geloven. Als ik over de Nieuwegracht loop

dan stoort niets mijn gedachten. In Amsterdam,

waar ik lang woonde, lukt dat niet meer. Daarom

verhuisde ik.’

Onbedwingbare nieuwsgierigheid

Vanwege die schoonheid en de vele schrijvers

die zich daar door laten inspireren, vindt Japin de

aanwijzing van Utrecht als City of Literature terecht.

Hij houdt zich overigens afzijdig van literaire kringen

in de stad en de rest van het land en leest vrijwel

alleen boeken die hij nodig heeft voor zijn werk.

Romans horen daar zelden bij. ‘Ik kan me niet goed

meer verliezen in andermans fantasie. Die van mijzelf

is te dwingend.’

Zo nu en dan geven zijn twee partners hem het advies

eens een jaartje niets te doen. ‘Daar doe je me

geen plezier mee. Ik schrijf vanuit onbedwingbare

nieuwsgierigheid.’ Als ik aan een boek werk, kom

ik vaak halverwege al een volgende figuur tegen

van wie ik wil weten hoe die geleefd heeft, wat die

moet hebben gevoeld. Zo gaat dat bij mij.’ •