Op zoek naar een chic imago

2012

Stadspromotie doet wanhopige pogingen Utrecht ‘op de kaart te zetten’. Alsof we niet al lang op de kaart staan. Ga naar Midden – Europa, bijvoorbeeld naar Polen of Roemenië, vertel waar je vandaan komt, en ze zeggen onmiddellijk: automarkt. Als je kennissen uit die landen te logeren hebt, kunnen ze haast niet wachten tot het dinsdag is. Het opwindende uitje gaat straks veel meer tijd kosten. De markt verhuist namelijk naar Beverwijk, omdat de gemeente het terrein wil volbouwen met wo- ningen. Vanaf volgend jaar heeft de stad een attractie minder.

Vroeger zeiden ze dat er op de markt uitsluitend auto’s werden aangeboden met verborgen gebreken. De kruiskoppeling zou met koeienstront zijn gerepareerd, de motor zou na drie kilometer al exploderen. De reputatie is tegenwoordig beter. Maar een chic imago heeft de automarkt nog steeds niet.

Utrecht wil zich liever op een andere manier profileren, namelijk als stad van kennis en cultuur. Meer steden zouden dat met evenveel recht kun- nen doen: Leiden bijvoorbeeld, en Groningen, en Maastricht. Erg onderscheidend is het dus niet.

Op het ogenblik worden de cultuur en de kennis vooral uitgedragen door de alomtegenwoordige stadsdichter Ingmar Heytze en door Maarten van Rossem, die zich steeds meer etaleert als professor die overal verstand van heeft, en die door zijn sombere uitstraling en zijn schampere grappen alle vrouwen aan zijn voeten krijgt (is hier soms sprake van enige jaloezie?).

Meer cultuur is onderweg. Op het Vredenburg torenen de liftkokers van het muziekpaleis -in-aanbouw al hoog boven de omgeving uit. Gevoel van trots maakt zich van ons Utrechters meester: er ontstaat daar een muziektempel waaraan de drie grote steden niet kunnen tippen. Maar enige ongerustheid is er ook: krijgen we deze enorme burcht, die duizenden muziekliefhebbers kan herbergen, wel avond aan avond vol? Hebben we misschien toch een te grote broek aangetrokken?