Sport staalt spieren
2015
Sport staalt spieren
De Handelsdagschool in Zwolle zat in een oud klooster zonder gymnastieklokaal. Onze lichamelijke oefening moest dus elders gebeuren. Gymnastiekleraar Britstra wikkelde de lessen bij voorkeur af op de sportterreinen in de buurt waar hij woonde. Meestal liet hij ons daar voetballen. Hij zag toe op een eerlijke verdeling van de talenten over de twee partijen, wees een scheidsrechter aan en fietste naar huis. Hij had daar een fysiotherapiepraktijk. In de tijd dat wij speelden kon hij zeker één, maar misschien wel twee patiënten behandelen.
Zo nu en dan koos hij voor een veldloop. Op een kaart van de omgeving wees hij aan hoe we moesten lopen. Hij stippelde bij voorkeur een lang traject uit. Mijn medeleerlingen – in het algemeen toch niet de sportief- sten – protesteerden nooit. Als zonen van ondernemers (er zaten slechts een paar meisjes op school) zat het calculeren in hun genen. Zodra ze uit het gezicht van Britstra waren, vertraagden ze hun pas en namen het eerste weggetje terug naar de startplaats. Ze wisten dat hun gymleraar daar dan niet was. Ik daarentegen ging er keihard tegenaan. Liep het hele rondje. Heerlijk.
In het Zocherplantsoen kijk ik ze na: jongens en meisjes, mannen en
vrouwen die schijnbaar moeiteloos in een enorm tempo passeren. Ik ben
niet vaak jaloers. Dan wèl.
Maar die jaloezie mist elke grond. Want zoals mensen dromen dat ze
kunnen vliegen, zo droom ik vaak dat ik hardloop, zo ontspannen, zo
snel, zo los van alles, met zulke grote verende passen als ik in werkelijk-
heid nooit gelopen heb. Het is mateloos genieten.