vogelvrije woorden
Utrecht noemt zich ‘Gezonde stad van en voor iedereen’, maar kun je dat wel zeggen als je in Nederland bijna onderaan staat qua luchtkwaliteit? Alleen in Schiedam, Rijswijk, Ridderkerk en Delft is de lucht vuiler, wanneer je het tv-programma Pointer mag geloven.
Gezond, daarbij denk je meteen aan gezondheid. Maar misschien bedoelt het stadsbestuur dat niet, en heeft de slogan betrekking op het economisch klimaat of zoiets. Of is het toekomstmuziek? Het is waar: de lucht is al beter dan vroeger.
‘Gezond stedelijk leven’, dat lees je ook vaak, vooral in Utrechtse bouwplannen. Kom hier maar lekker wonen. Je wordt hier oud.
Op de website van het Longfonds kijk ik met postcode en huisnummer hoe het er bij mij voor staat. Op mijn oude adres, Achter Sint Pieter, is de luchtkwaliteit slecht. Waar ik nu woon, in de Eerste Muntmeesterslaan in Leidsche Rijn, nog ietsje slechter. Dat ligt ook voor de hand zo dichtbij de A2.
Slechte lucht bekort de levensverwachting met dertien maanden. Maar plekjes met gezonde lucht zijn schaars. De vuile lucht hangt als een reusachtige, veelkleurige wolk boven een groot deel van Europa, van lichtgeel voor weinig verontreiniging, via rood naar zwart (Balkan, Polen en Po-vlakte)
Het is mij een raadsel waarom de stad zo op dat woord ‘gezond’ tamboereert. Is het een leugentje om bestwil? Maar dat hoeft toch helemaal niet. Er zijn best aardige dingen over Utrecht te zeggen. ‘Geliefde stad’, is dat niet beter? Klopt toch? De meeste Utrechtenaren zijn tevreden, veel mensen willen hier komen wonen.
Nog zo’n woord: autovrij. Vrij, dat associeer je met vrijheid, met ijsvrij, met het vrije woord.
‘Bouw begint van grootste autovrije wijk van Nederland’, jubelde het Utrechts Nieuwsblad laatst. (Het ging over de wijk Merwede.) Kennelijk was er op de redactie enige discussie over ontstaan, want de volgende dag kwam het UN met een verhaal dat er aan dat autovrije toch ook allerlei bezwaren zitten.
Het woord komt vast en zeker uit de koker van projectontwikkelaars. In het geval van Merwede was de grond door waanzinnige grondspeculatie zo duur geworden dat je er eigenlijk geen ‘betaalbare’ woningen meer op kon bouwen. Wat doen je dan: je schrapt allerlei voorzieningen, zoals parkeren op straat. En dan plak je daar vervolgens een positief label op: autovrij. Diep in je hart (of misschien wat minder diep) weet je wel dat je parasiteert op de omliggende buurten.
Moeilijke woorden gebruiken, zoals narratief (verhaal) of dystopisch (negatief beeld van de toekomst), sommigen zijn er gek op. Ze maken het gewone mensen moeilijk, maar gevaarlijk is het niet. Misleiding met taal, dat is iets totaal anders.
Is het religieuze toe-eigening als een atheïst citeert uit de Bijbel? Ik waag het er op. Zo begint het Evangelie van Johannes: ‘In den beginne was het woord.’
Het woord is intussen vogelvrij.
.