Zuidpassage
Vraag op een billboard in Hoog Catharijne: ‘Heb je de Zuidpassage al ontdekt?’
Ja natuurlijk, meteen toen hij open was, want ik ga vaak kijken hoe ver het is. Je begrijpt gewoon niet hoe ze het voor elkaar krijgen: zoveel slopen, zoveel bouwen en intussen enorme stromen voetgangers, bussen, fietsers, auto’s door het gebied loodsen.
Het meeste is nu wel klaar. Het oogt royaal en luxueus, alsof je in een mall in een wereldstad bent.
’t Gaat mij vooral om het bouwproces. Winkelen is niet echt mijn hobby. Ik kijk wel even bij Primark, maar het is me er te druk en te luidruchtig. Stille buurman Hudsons’s Bay brengt me niet in verleiding.
De Zuidpassage zal ik veel gebruiken, zeker bij slecht weer. Het is de kortste droge route van mijn huis naar het station. Je komt er nu langs flink wat winkelruimtes die zich schuilhouden achter grote beschilderde panelen van triplex met de tekst ‘Let’s play’. Wat zouden ze daarmee bedoelen? Is het een uitnodiging voor winkelbedrijven om het hoge spel in HC mee te spelen? Want hoog is het. Dronk na de opening van de Noordpassage koffie in The Barn. Kan niet meer. Weg, al een hele tijd.
De route door HC naar het station begint voor mij Achter Clarenburg. De deuren schuiven open, de roltrap neemt je mee. Boven, links, de etalages van Hudson’s Bay, en rechts, waar vroeger een heel rijtje winkels was, alleen nog maar panelen.
Voor retail, zoals ze in vakkringen het winkelgebeuren noemen, zijn het moeilijke tijden. Hoe dat komt? Er zijn in Utrecht, in heel Nederland, misschien veel te veel vierkante meters winkelruimte bijgekomen. Maar volgens Arjan Kleuver, elders in deze krant aan het woord, hebben wij als consumenten er ook schuld aan. We vinden het erg als een leuke winkel verdwijnt. Maar kochten we er ook?