Zuster Anna, ziet gij al een verkeersregelaar?
De Annastraat is ongetwijfeld vernoemd naar de zuster van de laatste bruid van Blauwbaard, de eerste serial killer uit de literatuur. In dit gruwelijke sprookje van Moeder de Gans staat de seriemoordenaar op het punt ook zijn nieuwe echtgenote te vermoorden en haar lijk in de kelder op te baren naast al haar voorgangsters. De vrouw is zich volop bewust van haar benarde positie, maar verliest de hoop nog niet helemaal. Haar gespierde broers zijn namelijk onderweg naar het kasteel om Blauwbaard definitief te stoppen. Zouden ze nog op tijd zijn?
Anna, de zuster van het aanstaande slachtoffer, beklimt de toren van het kasteel om vanuit haar hoge positie uit te kijken naar de broer. Terwijl zij daar is hoort ze uit de krochten van de enge burcht het bruidje met bibberende stem roepen: ‘Zuster Anna, ziet gij nog iets komen?’ En ja hoor: iets (de broers) zijn in het zicht.
De straat van Anna ligt tussen het Oudkerkhof en de Minrebroederstraat en is eigenlijk niet meer dan een flinke steeg, die op het Stadhuisplein uitkomt naast cafe De Zaak. Je kunt er net met een auto door; op de fiets gaat het makkelijker.
Om die fietsers gaat het hier. Het halve jaar stond er de godganse dag een verkeersregelaar om ze tegen te houden toen het voetgangersgebied wegens corona tijdelijk? werd uitgebreid. De man had nog minder te doen dan zijn collega’s op de hoeken van de Minrebroederstraat en het Oudkerkhof. Zeldzaam waren ze, de fietsers die van plan waren de ongezellige Annastraat in te rijden.
Vond hij het erg, dat hij er eigenlijk voor joker stond? ‘Nee hoor… het betaalt, dat is het belangrijkste’.
Pas twee dagen nadat de tweede lockdown was ingegaan en nog uitsluitend de supermarkets, de brillenhandelaren, de drogisten en de telefoonwinkels open waren, gingen de verkeersregelaars naar huis.
Maar wat gebeurt er nu, nu de regering in haar wijsheid besloot dat ook andere winkels hun deuren op een kier mogen openen? Ziet zuster Anna nu iets komen? Verschijnen de verkeersregelaars weer? Je weet het maar nooit met dit gemeentebestuur.
De meeste kappers zijn op maandag dicht, maar toen ze hoorden dat de tweede lockdown op dinsdag begon, waren ze de maandag er voor vaak tot laat op de avond open. Ik liep ’s middags de stad in, kwam langs reeksen kapsalons, maar vergat om van de gelegenheid gebruik te maken om m’n haar te laten knippen, en dus zie ik er nu niet uit. Maar ja, dat doet er ook weer niet zoveel toe.
Wat ik die middag wilde was gewoon nog even genieten van winkels. Ik hou er van om door de Hema te lopen (en vroeger door V&D), door Broese of in de Mediamarkt de elektronische snufjes te bewonderen waarvan ik niet begrijp waarvoor ze dienen.
Ik kijk graag naar binnen in de dure kleine winkels op het Oudkerkhof , met eigenaars die koesterend en zorgzaam hun spulletjes ordenen.
Een aardige winkelstraat vertegenwoordigt niet alleen een economische, maar ook een culturele waarde. Een binnenstad is niks zonder aantrekkelijke winkels. Doe ze alsjeblieft snel weer open, net als de horeca.
Bij de prachtige tekening: de bruid mocht alle sleutels gebruiken, maar niet die van een deel van de kelder. Het eerste wat ze deed toen haar liefhebbende man even weg was, was die sleutel gebruiken. Ohlala.